Het Nederlandse wetsvoorstel tegen het parkeren van winsten in belastingparadijzen is zo lek als een mandje. Wil dit kabinet belastingontwijking wel echt aanpakken, of doet het alleen alsof? Vanmiddag moet de Staatssecretaris kleur bekennen in de Tweede Kamer.

Foto: Nick Youngson CC BY-SA 3.0 Alpha Stock Images

Het klonk veelbelovend: in het Regeerakkoord van Rutte-III werd aangekondigd dat “belastingontwijking wordt aangepakt”. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën maakte dit vervolgens tot één van zijn prioriteiten, waarvoor hij zelfs een speciale bijeenkomst organiseerde. Hij probeert vooral indruk te maken met het een heffing die een streep moet zetten door Nederland als doorsluisland voor rente en royalty’s. Bedrijven als Google en Chevron gebruiken de Nederlandse route om miljarden weg te sluizen naar belastingvrij Bermuda.

Toen hij in februari zijn eerste plannen aan de Tweede Kamer stuurde, begonnen de twijfels echter te rijzen. Waar de EU-landen gezamenlijk hebben besloten wetgeving in te voeren die belastingontwijking moet tegengegaan, blijkt Snel toch minder ambitieus. Bij een belangrijke maatregel, gericht tegen het parkeren van winsten in belastingparadijzen, wil het kabinet juist een enorme achterdeur openlaten, terwijl andere EU-landen dat niet doen.

Dat zegt veel over waar de politieke prioriteit echt ligt. Doorsluispraktijken wil de Staatssecretaris wel aanpakken, want brievenbusfirma’s leveren ons niks op, behalve een slechte reputatie. Maar daarnaast zijn er nog veel andere vormen van belastingontwijking door Nederlandse multinationals en Europese hoofdkantoren.

Nederland biedt bedrijven al tientallen jaren willens en wetens allerlei mogelijkheden voor grootschalige belastingontwijking over hun buitenlandse inkomsten. Andere landen lopen daardoor miljarden mis, maar onze overheid gebruikt het om hoofdkantoren te lokken – alsof Nederland zónder die trucs geen aantrekkelijk vestigingsland zou zijn. Geen wonder dus dat er zoveel schandalen naar boven komen van bedrijven als Nike en RB, die hier gretig gebruik van maken.

Opeenvolgende kabinetten hebben hardnekkig geprobeerd om de gaten zolang mogelijk open te houden. Nu dreigt dat opnieuw te gebeuren met het wetsvoorstel dat vanmiddag wordt besproken. Het kabinet wil een uitzondering maken voor vestigingen in belastingparadijzen met eigen kantoorruimte en uitgaven van minimaal €100.000 aan gekwalificeerd personeel. Grote multinationals mogen van Nederland dus gewoon doorgaan met het parkeren van miljardenwinsten in belastingparadijzen, als ze daar één of twee mensen met een opleiding aannemen.

De Staatssecretaris voert allerlei technische en juridische bezwaren aan waarom een strengere aanpak niet zou kunnen. Het zou niet kunnen vanwege Europese beperkingen. Maar de werkelijkheid is dat andere EU-landen die bezwaren helemaal niet zien. Vanmiddag gaan we zien of Staatssecretaris Snel werkelijk bereid is om serieuze stappen te zetten of dat hij de randen blijft opzoeken van internationale afspraken om belastingontwijkende grote bedrijven te ontzien.